Skip to document

VKM 2 uitgebreid - justin beiber told me once love selena

justin beiber told me once love selena
Course

Senior Seminar: Science, Technology, And Society (STS190 HM)

7 Documents
Students shared 7 documents in this course
Academic year: 2013/2014
Uploaded by:
Anonymous Student
This document has been uploaded by a student, just like you, who decided to remain anonymous.
Karel de Grote Hogeschool

Comments

Please sign in or register to post comments.

Preview text

VERKLARINGSMODELLEN 2

1 EEN MODEL VOOR PEDAGOGISCHE VAARDIGHEDEN: PATTERSON

Een handvest voor opvoeders en ouders

  • TripleP: Positive Parenting Program.

  • Probleem gedrag: ligt in interactie tussen ouders en kinderen.

  • Positieve manier kijken naar opvoeding.

  • STOP-project: Support and Training of Parenting.

  • Opvoedkundige vaardigheden:

  • Oudertraining.

  • Leefgroepwerking.

1 De afdwingtheorie of het tirannieke proces en de ouderlijke vaardigheden

= dwingend hun zin opleggen via: proces waardoor kinderen hun zin leren krijgen.

  • Dwinggedrag: zeuren, klagen, woede-uitbarstingen,...

  • Weigergedrag: het ontlopen van een opdracht of verantwoordelijkheid

  • Eisend gedrag: onmiddellijke behoeftebevrediging willen of blijven aandringen

  • Ouders en kinderen trainen elkaar erin! Afdwingtheorie leert:

Kind Ouderlijk begrenzen Leert controle uitoefenen op de omgeving Tolereren van frustraties Zelfbeeld en zelfvertrouwen Uitstellen van de onmiddellijke wensen Exploratielust Voordeel aan hun kant krijgen Uitstellen van onmiddellijke wensen Leren tolereren van frustraties

Bij weigering van correctie:

Verliezen zowel ouders als kind:

 Kind wordt kleine tiran en ouders blijven toegeven  Kind wordt door drammerigheid uitgesloten door peers : coërsieve processen=

Opvoedingsvaardigheden

Geen 100% controle maar 60 à 70% win/winsituaties

Storende factoren die het ouderlijk gezag kunnen beïnvloeden:

  • het temperament van het kind
  • persoonlijke problemen van de ouders (psychiatrische stoornis, zelf antisociaal,...)
  • gezinsomstandigheden
  • financiële problemen
  • gebrek aan eigen adequate ouderlijke modellen voor de ouders
  • inmenging van de grootouders

1 Een negatief proces en opvoedkundige vaardigheden

Negatief proces = wanneer elk contact tussen een opvoeder en een minderjarige uitloopt op wederzijdse ergernis

Basisverklaring voor moeilijk gedrag

  • Afdwingtheorie

  • Negatief proces

De gevolgen

  • Gevangen in wederzijdse ergernis

  • Geen inhoud, enkel betrekkingsniveau( hoe ik wil dat jij met mij omgaat)

  • Zelf- en controleverlies als opvoeder

Het vierfasenmodel: de verklaring voor deviant gedrag

Negatieve processen kunnen volgens vier fasen opgebouwd worden:

  1. De opstart: een eenvoudig niet beladen vraag wordt door de jongere als vijandig ervaren
  2. Men reageert met een negatieve reactie, een weigering of verwijt, in ieder geval iets waarin een negatieve emotie doorklinkt
  3. Kickboksen: van het ene woord komt het andere en voor men het weet is men in een zinloze discussie beland waarbij er niet meer naar elkaar geluisterd wordt
  4. Agressie en irritatie: er vallen klappen, de bui blijft hangen en iedere betrokkene weet dat er niet veel nodig zal zijn om weer los te barsten. Zo verzeilt men van het ene incident in het andere
  • Geen dwinggedrag, geen winst

  • ‘Hij luistert nooit’

    • Moeilijk positief te blijven
  • Onmacht, ergernis en boosheid bij opvoeders

 Antisociale en antimaatschappelijke houding bij de ouders  Minzame goedkeuring van normovertredend gedrag  Slechte relaties in het gezin of conflicten: - verschillende opvoedingshoudingen van de ouders - ouders die terugvallen op kinderen bij afwezige partner (parentificatie)  Tolerante, verdedigende houding van de grootouders indien zij de opvoedingstaak tijdelijk overnemen  Emotionele moeilijkheden van de ouders en de desorganisatie dat dat met zich meebrengt  Een combinatie van deze factoren

1.3 Positieve bekrachtiging

Positieve bekrachtiging = het systematisch en onmiddellijk bekrachtigen

 Consequent aanmoedigen en belonen van gewenst gedrag

 Slechts één negatieve actie te ondernemen voor vier positieve

  • authentiek, duidelijk, doelgericht

 Na elk gewenst gedrag volgt direct de positieve bekrachtiger

 Na ongewenst gedrag volgt er niets

 Jongere leert in een positief bekrachtigende en meer voorspelbare omgeving te leven

 Jongere leert wat kan en wat niet kan

Aandachtspunten

 Tussentijdse beloningen zijn meer motiverend dan 1 grote beloning: - aangewezen om in kleine stappen te werken

 Beloon prestaties en geen prestatiebeloften  Eens gewenst gedrag is aangeleerd, mag men grotere eisen stellen

 Teveel bekrachtigen werkt storend: doseren  Werkt trager dan straffen, er zijn tientallen bekrachtigingen nodig vooraleer gedrag verandert:

  • Vergroot het gevoel van zelfbeschikking en eigenwaarde (tov straffen)  Hangt sterk samen met disciplinevaardigheid

Positief bekrachtigen kan via:

  1. Sociale bekrachtigers

  2. Tastbare bekrachtigers

  3. ‘sociale’ bekrachtigers:

  • aanmoedigen, een schouderklopje, complimentjes voor goede prestaties, enz...
  • dit lijkt evident en waardevol, maar wordt blijkbaar weinig gebruikt. Bij kleine kinderen echter wel, maar na verloop van tijd neemt dit gedrag af.
  1. ‘tastbare’ bekrachtigers:
  • extra uitgaansuren, extra vriendenbezoek, extra zakgeld, enz...
  • krachtig om gedrag te veranderen omdat: o jongeren duidelijk zien welk gedrag iets oplevert en welk niet o jongeren ervaren iets te krijgen wat ze zelf verdiend hebben o het dwingt de ouders/opvoeders te letten op het daadwerkelijk optreden van gewenst gedrag.  een contingente en voorspelbare opvoedingssituatie

1.3 Interpersoonlijke probleemoplossing

Interpersoonlijke probleemoplossing = het gezamenlijk oplossen van problemen

Het interpersoonlijke of relationele is hierbij essentieel

Staat tegenover:

 Autoritaire oplossingsmodel: dit model weet wat goed is voor anderen en neemt beslissingen in hun plaats  Vermijdend oplossingsmodel: men heeft geen zin om problemen te bespreken vanuit de idee dat gedrag toch niet zal veranderen. In dit model argumenteert men dan meestal vanuit de ‘eigen ervaring’  Vechtstijl: het opblazen en overdrijven van problemen, iedereen bij de problemen betrekken en extreme posities innemen. Hierdoor kan elk probleem tot een regelrechte oorlog leiden

Veel voorkomende fouten

 Te snel advies geven  Te rap sussen, dit geeft kinderen en jongeren het gevoel niet echt gehoord te worden  Zelf therapeut spelen en interpreteren, “dat komt omdat...”  Zelf impulsief reageren

Fouten voorkomen  belang hechten aan communicatie + actief luisteren

 aandacht geven aan wat de jongere vertelt en zich trachten in te leven  peilen naar de onderliggende gevoelens van de jongere  aftoetsen of je juist zit met je interpretaties  niet direct met advies komen aandraven  niet te snel geruststellen of de dingen minimaliseren  niet defensief reageren, altijd kalm blijven  waardoor i.p. waarom vragen stellen  je altijd richten op de positieve aspecten, d.w. richten op verbetering in de toekomst

Stappenplan

  1. Probleemomschrijving
  2. Brainstorming
  3. Kiezen van een oplossing
  4. De gekozen oplossing uitvoeren
  5. De uitvoering evalueren en zo nodig bijsturen
  • Fysieke straffen passen niet in een pedagogische context
  • Activiteitstraffen = voordeelverlies. o Vb vroeger binnenkomen na een verlof, vroeger gaan slapen,... o Het opknappen van een extra karwei is een hersteltaak o saaie, vervelende taken (zoals huishoudelijke klussen) blijken een goed effect te hebben op voorwaarde dat ze niet vernederend zijn o de klassieke time-out waar de jongere een tijd in een minder aangename omgeving gebracht wordt, werkt niet altijd bij adolescenten o korte interventies hebben meer effect dan langdurige time-outs, door langdurige time-outs wordt het zelfwaardegevoel van de jongeren aangetast

1.3 Monitoring

  • Overzicht houden:

  • Geen achtervolgingsdwang

  • Geen detectivewerk

  • Losmakingsproces van de jongeren respecteren!

  • Wel aandacht, interesse, betrokkenheid,...

Overzicht houden: 4 grote W’s

  1. met Wie is de adolescent weg

  2. Wat wordt er gedaan

  3. Waar heeft het plaats

  4. Wanneer zijn vertrek en aankomst gepland

2. EEN POLITIEKE METHODE: GEWELDLOOS VERZET EN DIE NIEUWE AUTHORITEIIT

Haim Omer: een nieuwe benadering van gewelddadig en zelfdestructief gedrag van kinderen en adolescenten

Hoofdvraag

  • Hoe optreden om vijandige en zelfdestructieve escalatie in het opvoeden te vermijden?

  • Harde en zachte aanpak zijn geen oplossing

 Geweldloos verzet:

Basispijlers

  1. Ouderlijke aanwezigheid (wanneer en waar zijn de ouders echt aanwezig?)
  2. Zelfcontrole(ik stop! Ik contoleer alleen mijn eigen ik kan andere niet controleren
  3. Steunnetwerken(steun zoeken bij fam en vrienden)
  4. Doorbreken van geheimhouding/isolement(je moet delen zo kracht heb je balans wie help wie niet)
  5. Verzoeningsgebaren (relatie-herstelacties)

Geweld is een middel om iemand te onderdrukken!

Oorsprong: een politieke beweging

  • M. King over liefde en geweldloos verzet

  • Ik kan me verzetten zonder terug te slaan.

Geweld

  • Geen symptoom van een ziekte, maar een middel om iemand je wil op te leggen

Principes

  1. Een duidelijke stellingname tegen geweld, risicovol gedrag en anti-sociaal gedrag

  2. Het absoluut vermijden van fysieke of verbale agressie

2 Ontstaan en vermijden van escalatieprocessen

Dominantietheorie

  • Menselijke relaties bekijken in termen van ‘wie is de baas?’

 hoge score = meer vijandige uitbarstingen.

  • Willen winnen of weigeren te verliezen leidt tot escalatie

 trainingsprogramma’s op basis van beloning en straffen mislukken omwille van het feit dat het weer om winnen gaat

Escalatieprocessen

  • Symmetrische escalatie: vicieus versterken van elkaars wederzijdse boosheid en agressie (Vechtende escalatie)

  • Complementaire escalatie: dreigementen van het kind doen de ouders de strijd opgeven waardoor de dreigementen verergeren. Ouders vallen voor chantage van het kind (Toegevende escalatie/complementair)

Ineffectief taalgebruik en geweldloos verzet(nieuwe autoriteit)

  • De stilte van de ouderlijke aanwezigheid: in stilte actie ondernemen als uiting van verzet zonder het contact te verbreken (stille aanwezigheid) polarisatie: heel fel tegen over elkaar staan

  • Ik kan me verzetten zonder terug te slaan

Polarisatie en wederzijds afstand nemen

  • Proces met wederzijdse vijandigheid

  • Verbreken van contact met het kind

  • Straffen, beledigt voelen of wanhoop

  • Kinderen en adolescenten reageren in dezelfde trant

Polarisatie en geweldloos verzet

  • Naast het kind staan, waarbij de ouderlijke aanwezigheid zelf de grens wordt

  • Inschakelen van bemiddelaars nadat isolement en geheimhouding doorbroken is

Escalatiemodel

2 Zelfcontrole als aanwezige zorg

Gevangen in vijandigheid: tegengaan van het gevoel klem te zitten door:

  • Ouders te bevrijden van de verplichting onmiddellijk te reageren

  • Zelfinperkend denken in de trant van ‘oog om oog’ tegen te gaan

  • Spelletjes van trots te neutraliseren

  • Een positief alternatief te bieden

  • Vijandigheid vervangen door genegenheid

“Ik kan jou niet controleren, ik kan enkel mezelf controleren”

Verzoeningsgebaren (filmpje)

 Bevrijden de ouders van de rol van slechterik

 Een derde persoon inschakelen

 Verzoening is niet gelijk aan onderwerping: laat het kind zien zich bevrijd te hebben van de mentaliteit van ‘oog om oog’ en ‘wie is de baas?’

 Mondeling/schriftelijk uiting geven van respect en waardering voor kind en zijn/haar talenten en kwaliteiten

 Extraatjes, zoals lievelingseten of een symbolisch cadeau: geen verplichting

 Een gezamenlijke activiteit voorstellen

 Spijt betuigen over uw eigen agressieve reacties uit het verleden

2 Hoe worden ouders getraind in geweldloze actie?

Waakzame zorg

Geweldloos verzet voor ouders

  • Provocaties weerstaan en principe van de uitgestelde reactie

  • De aankondiging

  • De sit-in

  • Doorbreken van geheimhouding

  • Telefoonronde

  • Volgen

  • De staking

  • Bevelen weigeren

  • Verzoeningsgebaren

Provocaties weerstaan

  • Escalatiegewoonten afleren

De telefoonronde

  • Bij onaangekondigde afwezigheid: systematisch telefonisch contact opnemen met een lijst van contactpersonen van het kind

  • Uiting ouderlijke aanwezigheid en herbevestiging ouderlijk toezicht

  • Methode om kind op te sporen

  • Collectieve druk uitoefen

  • Kind weer thuis krijgen

Volgen

  • Vastbesloten contact te houden en aanwezig te zijn in zijn leven:

  • Kind loopt van huis weg

  • Kind komt niet op afgesproken moment thuis over verdwijnt gedurende lange periodes

  • Het kind gaat met verkeerde vrienden om

  • Vragen naar huis te komen en zeggen niet te straffen

  • Vermijd ruzies

  • Vermijd escalatie

  • Volg het kind zo lang mogelijk

De staking

  • Enkele dagen (3) in aanwezigheid van zoveel mogelijk helpers (vrienden of familie)

  • Overgangsritueel: symbolische en praktische betekenis: verbreken van geheimhouding en opzetten ondersteunend netwerk

Voorbereidingen

  • Alle verplichtingen afzeggen

  • Zoveel mogelijk familieleden, vrienden, bekenden van het kind mobiliseren

  • Huis klaarmaken: gasten ontvangen en vermijden dat het kind wegloopt

Bevelen weigeren

  • Ophouden dingen te doen waartoe men zich gedwongen voelt

  • Activiteiten terug oppakken waarin u het gevoel hebt dat ze u verboden worden

Bijvoorbeeld gasten uitnodigen (als dit niet ‘mocht’ van jongere)

  • Streefdoelen:
  1. Gewoonte van automatische gehoorzaamheid doorbreken

  2. Bewust worden van de diensten waartoe u zich verplicht voelt

  3. Vrijheid vergroten

Weigeren diensten te verlenen

  • “Ik heb gemerkt dat ik me er niet goed bij voel om dit voor je te doen en daarom heb ik besloten ermee op te houden.”

  • Niet terugdraaien na ‘goed gedrag’ wel vrije keuze

  • Bedoeling is dat er iets verandert in de aanwezigheid en eigenwaarde van de ouder

Doorbreken van taboes

  • Niet meer ingaan op typische inperkende verboden (niet in kamer mogen, geen gasten uitnodigen, geen vragen stellen over vrienden of vrienden mogen aanspreken,...)

3. LSCI – VAN GEDRAG NAAR GEVOELENS

“De problemen die kinderen veroorzaken, zijn niet de oorzaak van hun problemen”  kinderen reageren op een bepaalde manier door de wijze dat er op hun wordt gereageerd

= Life Space Crisis Intervention

 = Een methode die ons toestaat om crisis van een jongere te gebruiken als: - Gelegenheid om de jongere beter te begrijpen - Leermoment

 Basisvraagstelling - Hoe kunnen we kinderen de verantwoordelijkheid voor hun anti-sociaal gedrag leren aanvaarden? - Kinderen dienen psychologisch sterker gemaakt te worden om zelf keuzes te maken uit de alternatieven en de consequenties ervan te aanvaarden  Omschrijving  Kenmerken LSCI - Rol van de begeleider - Rol van waarden

Jongeren in stress brengen bij volwassenen gevoelens naar boven en als deze niet getraind zijn, zullen zij het gedrag van de jongeren spiegelen (bijvoorbeeld tegenagressie).

 Doelstelling: - Jongeren psychologisch sterker maken via zelfinzicht - Jongeren leren verantwoordelijkheid nemen voor hun gedrag  Zelfregulering nastreven: - Begrijpen van mensen en gebeurtenissen - Motivatie tot verandering - Vertrouwen in volwassenen

3.2 Rol van de begeleider

 Volwassene neemt rol in van bemiddelaar tussen stress, reacties van jongere en die van omgeving en de gevoelswereld waar de jongeren niet mee kan omgaan  De volwassene zal enerzijds beschermen en het teveel aan stress in de omgeving pogen af te dammen of de jongere tegen zichzelf beschermen  Anderzijds pogen om de jongere juist via de LSCI gesprekken sterker te maken (empowerment)  We kunnen verwijzen naar de term reparenting van Young: de hulpverlener staat model voor wat de jongere bij de eigen ouders diende te missen: bescherming, aanmoediging en steun waar nodig

 Dispassionate compassion: - Sensitiviteit voor de noden van de jongeren

  • Eigen gevoelens en gedrag nagaan en beheersen

De basisnoden van jongeren aanvoelen

 Sensitiviteit voor de noden van de jongeren  Eigen gevoelens en gedrag nagaan en beheersen  Bescherming door volwassenen  Voldoening of hoop: meer positieve herinneringen dan negatieve  Aangaan van relaties: verbondenheid  Verantwoordelijkheid: waarden gestuurd gedrag

3.2 Rol van waarden: alle handelen plaatst zich tegenover waarden, normen en regels

 Waarden, normen en regels zijn spiegels van de samenleving  Kinderen kunnen via belangrijke identificatiepersonen zichzelf oriënteren

 Waarden, normen en regels zijn cultuurgebonden  Ze dienen open bespreekbaar te zijn

Waarden: bv. circle of courage

 Waar mogelijk bevestigen we de jongere in zijn gedrag  Maar ook daar waar hij waarden belichaamt:

Independence = Het opnemen en tonen van verantwoordelijkheid t.o. zichzelf en anderen, zelfcontrole, discipline, zelf beslissingen nemen (risico nemen), zelfstandigheid

Belonging = Waar er bekommernis over het lot van anderen getoond wordt, of verwezen wordt naar belangrijke personen, samenwerken, vertrouwen, de nood om ergens bij te horen

Mastery = Waar er vorderingen zijn t.o. vroeger, waar je een goed model volgt, het beheersen van

Generosity = Anderen helpen, delen wat je hebt, zorgen, steunen

 De waarden van de jongeren identificeren: - Persoonlijke noden - Goedkeuring van volwassenen - Rechtvaardigheid - Verantwoordelijkheid voor zichzelf - Verantwoordelijkheid voor anderen

3.2 Rol van ontwikkelingsangsten

 Gedrag vertalen naar oprechte uitspraken over specifieke gevoelens  Ontwikkelingsangsten: 1. Verlatingsangst 2. Ontoereikendheid 3. Schuld 4. Conflict 5. Idenititeit

 Twijfel als defensief gedrag: de conflictcyclus als een manier van leven  Tegenover als onafhankelijk succesvol beschouwd worden

3.2 De conflictcyclus

 Als je de conflictcyclus in beeld poogt te krijgen (cfr. later tijdlijnfase), zorg dan dat je zelf een duidelijk onderscheid maakt en jongere leert maken, tussen feite-gedachten– gevoelens–gedrag

 Kruip in de huid van de jongere. Al zie je woede en agressie, probeer eens de volgende zin te vervolledigen: Hij vreest dat ... Is bezorgd over ... Is bang voor

 Crisis als een product van stress, levend gehouden door de reacties van anderen.

 Jongeren creëren feiten om hun zelfopvattingen te ondersteunen via self-fulfilling prophecies:

Bijvoorbeeld kinderen die vroeger mishandeld zijn geweest  zullen later een partner zoeken die hen mishandeld  je krijgt een beeld over jezelf en de ander als je mishandeld wordt

De conflictcyclus van de jongere: !!!

  1. Stress door situatie
  2. Gevoelens komen vrij door gedachten
  3. Gedrag wordt beïnvloed door gevoelens
  4. Mijn gedrag gaat reacties uitlokken

 Pijlen naar gedachten

Interventiepunten:

 De stress aanpakken  Stress verlichten: snoezelen, koptelefoon, prikkelarme ruimte  De angstgevoelens verlichten  Aanwezigheid van ouder is beter dan aandoen van lichtje in de donker  Het gedrag van de jongere veranderen  Het gedrag van anderen veranderen  Destructieve herhalingen voorkomen en doorbreken

Van stressor naar crisis

A doet is naar B  B ervaart stress of angst  B reageert  A reageert  ...

Bv. Naar school gaan maar oplader gsm kwijt (stress)  bus gemist (stress) andere bus met onbekenden (stress) leerkracht vraagt iets  jij reageert grof en krijgt straf

  • Externe perspectief = je houdt geen rekening met noden van de jongere
  • Intern perspectief = je houdt wel rekening met de noden van de jongere

Conflictcyclus omzetten in een hanteringscyclus (coping): Kennis van de conflictcyclus  Alert zijn voor valkuilen

Was this document helpful?

VKM 2 uitgebreid - justin beiber told me once love selena

Course: Senior Seminar: Science, Technology, And Society (STS190 HM)

7 Documents
Students shared 7 documents in this course
Was this document helpful?
1
VERKLARINGSMODELLEN 2
1 EEN MODEL VOOR PEDAGOGISCHE VAARDIGHEDEN: PATTERSON
Een handvest voor opvoeders en ouders
- TripleP: Positive Parenting Program.
- Probleem gedrag: ligt in interactie tussen ouders en kinderen.
- Positieve manier kijken naar opvoeding.
- STOP-project: Support and Training of Parenting.
- Opvoedkundige vaardigheden:
Oudertraining.
Leefgroepwerking.
1.1 De afdwingtheorie of het tirannieke proces en de ouderlijke vaardigheden
= dwingend hun zin opleggen via: proces waardoor kinderen hun zin leren krijgen.
-Dwinggedrag: zeuren, klagen, woede-uitbarstingen,...
-Weigergedrag: het ontlopen van een opdracht of verantwoordelijkheid
-Eisend gedrag: onmiddellijke behoeftebevrediging willen of blijven aandringen
Ouders en kinderen trainen elkaar erin! Afdwingtheorie leert:
Kind Ouderlijk begrenzen
Leert controle uitoefenen op de omgeving Tolereren van frustraties
Zelfbeeld en zelfvertrouwen Uitstellen van de onmiddellijke wensen
Exploratielust
Voordeel aan hun kant krijgen
Uitstellen van onmiddellijke wensen
Leren tolereren van frustraties
Bij weigering van correctie:
Verliezen zowel ouders als kind:
Kind wordt kleine tiran en ouders blijven toegeven
Kind wordt door drammerigheid uitgesloten door peers : coërsieve processen=